Hoe groot is jouw risico op een burn-out?

Met de Burn-out Assessment Tool (BAT) krijg je een zicht op jouw risico op een burn-out. De tool meet burn-outklachten maar stelt geen diagnose van burn-out. Daarvoor verwijzen we je door naar je huisarts, psycholoog of psychiater.

Lees meer over wat we precies begrijpen onder werkstress en burn-out.

BAT gebruiken

Gebruik de BAT als je een van volgende signalen (soms of vaker) herkent: 

  • Je voelt je uitgeput. Je hebt het gevoel dat alle energie wegstroomt en je je niet meer kunt opladen. 
  • Je kan je minder goed concentreren, je werkt trager. Je maakt meer fouten dan voorheen. 
  • Je geheugen laat het vaker afweten. Je vergeet al eens een afspraak, een meeting, een opdracht … 
  • Je kunt met moeite uit bed, je ziet er tegenop om naar het werk te vertrekken.  
  • Je hebt geen plezier meer in je werk, het kan je allemaal niet meer boeien. 
  • Je bent gefrustreerd en je zelfvertrouwen is verdwenen. 
  • Je hebt fysieke klachten die maar niet overgaan. Je slaapt slecht, zelfs al ben je moe. Je hebt minder eetlust of je hebt overal pijn. 
  • Je hebt psychische en emotionele klachten. Je bent prikkelbaar, soms weet je met je emoties geen blijf. Je schrikt van je emotionele reacties (paniek, huilbui, woede-uitbarsting) op het werk. 

Hoe gebruik je de BAT? 

De Burn-out Assessment Tool gebruiken is heel eenvoudig. Geef gewoon antwoord op de BAT-vragen en je krijgt meteen een score en persoonlijke feedback. 

Meer achtergrondinfo of de vragenlijst in een andere taal, vind je op de website van de Burn-out Assessment Tool. 

Wat te doen als je score oranje of rood is in de BAT?

Kleurt jouw score oranje of rood? Neem dan de feedback die je krijgt ernstig. Zo kan je misschien voorkomen dat je uitvalt met een burn-out.  

Wat je zeker moet doen: 

  • Luister naar je lichaam en neem klachten ernstig. 
  • Stap met je klachten naar de huisarts, zoek professionele hulp.
  • Gun jezelf de tijd om alles op een rijtje te zetten.
  • Zoek contact met die personen waarbij jij je nu het veiligst voelt.
  • Focus op de dingen die wel goed gaan en die je goed kan. 
  • Sta stil bij wat voor jou écht belangrijk is.
  • Leer je grenzen te bepalen en aan te geven.

Wat je zeker niet moet doen:  

  • Jezelf veroordelen. 
  • Verwachten dat problemen in één, twee, drie zijn opgelost (of zich vanzelf oplossen).
  • Verwachten dat alleen jij de problemen kan oplossen.