ABC-model

Het ABC-model legt uit hoe motivatie bij mensen werkt. Het is gebaseerd op de zelfdeterminatietheorie. 

Types van motivatie 

Dit model gaat uit van verschillende types van motivatie die verschillen in kwaliteit.

Gecontroleerde motivatie 

Gecontroleerde motivatie of moet-ivatie is de motivatie die ontstaat vanuit een druk. Deze druk kan opgelegd worden door iemand anders (extern) of door jezelf (intern) en kan een grote impact hebben op iemands gedrag. Bijvoorbeeld, je doet je werk omdat je iets terugverwacht zoals een hoger loon, een mooie bedrijfswagen, appreciatie van collega’s. Wanneer je op het werk vooral gemotiveerd wordt door deze externe of interne druk kan dit leiden tot passiviteit, weerstand, apathie, faalangst, spanning of stress, weinig betrokkenheid, weinig volharding, ontevredenheid, gebrekkig gevoel aan eigenwaarde, uitstelgedrag enz.  

Autonome motivatie  

Autonome motivatie is de motivatie die je hebt wanneer je iets nuttig vindt, wanneer het aansluit bij je interesses of wanneer je het belangrijk vindt. Dit type motivatie heeft een positieve impact op zowel de medewerker, de collega's als de organisatie. De werknemer ervaart een gevoel van keuzevrijheid, zet makkelijker door, leert meer, haalt voldoening uit de job. Deze vorm heeft ook positieve effecten op het welzijn. Je hebt minder werkstress en het risico op een burn-out ligt lager. Je voelt je meer bevlogen, waardoor je makkelijker met veranderingen of tegenslagen omgaat. Je bent minder ziek en loyaler.  

Drie basisbehoeften van het ABC-model 

Mensen zijn autonoom en dus kwaliteitsvol gemotiveerd wanneer de volgende drie basisbehoeften zijn vervuld.

A voor autonomie 

Je hebt de behoefte om de dingen te doen uit vrije wil, vanuit je eigen bewuste keuze, om iets te starten of stoppen wanneer jij wil. Autonomie krijgen betekent niet dat iedereen alles voor zichzelf kan beslissen of dat er onbeperkte vrijheid is. Een goede structuur en leiding blijft nodig. Je mag jezelf zijn op de werkvloer en je krijgt de ruimte om vrijwillig te handelen. Je kan je agenda zelf indelen, kiezen wanneer je thuiswerkt … maar steeds binnen een bepaald kader. 

B voor verBondenheid 

Je hebt de behoefte om je geconnecteerd te voelen met anderen, hechte relaties aan te gaan, om deel te zijn van een groep, wederzijds respect en vertrouwen op te bouwen, om te zorgen voor elkaar en om zelf graag gezien te worden. Verbondenheid gaat over je relaties met collega’s, klanten, partners … Is er een nauwe band? Maak je deel uit van een hechte groep op het werk? 

C voor competentie 

Je voelt de behoefte om je bekwaam te voelen, taken tot een goed einde te brengen en moeilijke situaties naar je hand te zetten. Competentie maakt dat je op het werk je talenten kan benutten, je je verder kan ontwikkelen en je doelen bereikt. 

Op de werkplek

Een werkomgeving kan deze behoeften vervullen en zo voor motivatie zorgen. Het niet vervullen kan voor frustratie zorgen bij medewerkers. Wanneer een behoefte vervuld is of het gebrek eraan tot frustratie leidt, lees je in dit overzicht.  

Leestips

Wil je meer lezen over het abc-model en de zelfdeterminatie theorie, dan zijn dit interessante websites: